Project

Wat is er gebeurd?” vragen
Om je project te evalueren, leggen we je een aantal vragen voor per dimensie. De antwoorden kun je verzamelen op basis van observaties, citaten van deelnemers, focusgroepen en meer, het is aan jou. Bijzonder waardevol zijn de inzichten over wat er is gebeurd wat niet verwacht werd - inclusief inzichten over dimensies die in eerste instantie niet de focus waren. De onderstaande vragen zijn bedoeld als leidraad en inspiratie — je hoeft ze niet allemaal te beantwoorden. Je kan zo uitgebreid zijn als nuttig is.
  • Geven mensen blijk van lichamelijke reacties, verbonden aan emotionele reactie? Hoe?
  • Beschrijven mensen reacties op ervaringsgerichte omgevingen?
  • Vertellen mensen over onbekende, eerste ervaringen met belichaming?
  • Vertellen mensen over spanningen, conflicten of tegenstellingen, en moeilijkheden met het integreren van ervaringen?
  • Hoe relateren mensen hun ervaringen aan hun levensverhalen?
  • Koppelen mensen waarde en betekenis aan gedeelde belichaming (als dit relevant is voor je project)?
  • Kan je een verhoogde emotionele energie waarnemen, of merken mensen zelf een verhoogde emotionele energie?
  • Melden mensen dat hun kennis en inzichten over de wereld zijn veranderd?
  • Omvatten uw gegevens beschrijvingen van mensen die nieuwe kennis hebben opgedaan, of nieuwe perspectieven die ze niet kenden?
  • Hebben mensen iets geleerd over een onderwerp dat ze voorheen niet wisten, en geven de gegevens aan dat dit leren belangrijk voor hen is geweest?
  • Zeggen ze dat ze hun begrip van de wereld op de een of andere manier opnieuw hebben vormgegeven?
  • Melden mensen dat ze van elkaar hebben geleerd?
  • Melden mensen dat ze in aanraking komen met beelden en verhalen waar ze nog niet eerder van gehoord hebben? Of maken ze deze zelf?
  • Hoe relateren deze beelden en verhalen aan hun eerdere ideeën over de toekomst, het nu en het verleden?
  • Hoe relateren deze beelden en verhalen aan concrete acties in het verleden of nu?
  • Hoe zijn deze beelden en verhalen verbonden met de waarden en zorgen van mensen?
  • Lijken ze emotionele energie te creëren - resoneren ze met participanten/bezoekers?
  • Ontwikkelen mensen nieuwe mogelijkheden voor individuele en/of collectieve verbeelding?
  • Welke uitdrukkingen van zorg zijn onderdeel van je project - in What expressions and practices of care are part of your project — in its materials, in interactions that are part of the project?
  • Hoe wordt zorg uitgedrukt onder wie aanwezig is — en naar wezens en omgevingen die niet aanwezig zijn? 
  • Hoe beschrijven mensen hun ervaringen met zorg dragen en verzorgd worden als onderdeel van je project?
  • Hoe reflecteren mensen op hoe zorg dragen voor of verzorgd worden hun liet voelen over hun rol(len) en relaties in deze wereld?
  • Hoe omschrijven mensen hun emotionele energie omtrent hoe het project omgaat met ‘zorg’?
  • Hoe kan er met zorg vertrouwen en veiligheid voor mensen gecreëerd worden?
  • Welke emoties en ervaringen die normaal niet goed erkend worden, krijgen de ruimte en steun door zorg?
  • Heeft je project nieuwe kenmerken voor sociale relaties, groepssolidariteit en normen van moraliteit voortgebracht?
  • Heeft je project nieuwe groepen mensen bij elkaar gebracht die zich op betekenisvolle manieren aan elkaar verbinden - met de focus op intenties, waarden en emoties?
  • Faciliteert je project de uiting van waarden, emoties, concepten en intenties die de focus worden van het aan elkaar koppelen van de groep?
  • Heeft je project mensen laten experimenteren met nieuwe vormen van organiseren?
  • Laten mensen weten dat ze de intentie hebben om op een nieuwe manier samen te werken of te organiseren door hun interactie met jouw project? 
  • Geven mensen aan dat je project ze inspiratie heeft gegeven?
  • Heeft deze inspiratie ze geleid tot::
    a) het namaken van het project ergens anders?
    b) het veranderen van organisatorische of institutionele omstandigheden die helpen bij het verspreiden van de ideeën, beelden, verhalen, methoden of principes van je project?
    c) het aanpassen van ideeën, beelden, verhalen, methoden of principes van jouw project om in een andere context verandering in gang te zetten?
    d) het elders gebruiken van vaardigheden die zijn verkregen door jouw project?
  • Hoe heeft de vorm van bestaande en nieuwe netwerken een rol gespeeld in het verspreiden van inspiratie?
  • Wat is de rol van individuele relaties en kleine groepen in het verspreiden van inspiratie?
  • Welke onderdelen van je project betrekken co-creatie? Is het proces zelf ook samen gecreëerd of open?
  • Zijn deelnemers betrokken bij het co-creëren van het doel van je project?
  • Zijn deelnemers betrokken bij het selecteren van de methoden van je project?
  • Welke bestaande ideeën over de wereld worden uitgedaagd, geïntegreerd of aangepast? 
  • Wat hebben mensen te zeggen over de rol van co-creatie bij het voelen van betrokkenheid, eigenaarschap en controle over je project? 
  • Laten mensen weten dat ze nieuwe vaardigheden voor samenwerking hebben geleerd? 
  • Hoe reflecteren mensen die betrokken waren bij je project op hun positie in relatie tot anderen die mee co-creërden?
  • Geven mensen aan dat ze zich gesterkt voelen - hebben ze het gevoel dat ze een impact kunnen hebben op de wereld? Een verhoogd gevoel van competentie? Een gevoel van relateren aan een bepaalde betekenis? Hebben ze het gevoel dat ze meer keuzemogelijkheden hebben?
  • Omvat je project het maken of aanpassen van symbolen, taal en beelden die aandacht en middelen kunnen mobiliseren - zoals de media, belangrijke instanties, plekken en de politiek?
  • Is er bewijs van een verhoogde emotionele energie rond de mensen die zich met de creatieve praktijk hebben beziggehouden? Een die verband houdt met ‘empowerment’. Hoe relateert deze emotionele energie aan de symbolen, taal en beelden die zijn gemaakt?
  • Hoe verstrekt het project vaardigheden en inzichten die mensen helpen om zichzelf te organiseren en kracht bij te zetten?
  • Waar in de voorgestelde of ondernomen ideeën, aanpak en activiteiten van de betrokkenen van je project zie je bewijs van een drive om bestaande systemen, praktijken en manieren van werken te verstoren of te ondermijnen?
  • Welke ideeën die bestaande structuren ondermijnen, staan centraal in je project?
  • Wordt er door mensen geoefend met vaardigheden omtrent ondermijning?
  • Hoe reflecteren mensen op de manier waarop je project hun ideeën en perspectieven verstoort?
  • En omgekeerd, maakt je project het mogelijk voor mensen om zichzelf uit te drukken op manieren die dominante systemen en ideeën verstoren?
En dus?” vragen
Dit zijn verdiepende vragen, bedoeld om kritisch te kijken - inclusief vragen over wie wel en niet betrokken was, wat er in de toekomst zou kunnen gebeuren, en wat anders had gekund. Ze zijn bedoeld ter reflectie, niet als waardeoordeel. Onderstaande vragen zijn bedoeld als leidraad en inspiratie - je hoeft ze niet allemaal te beantwoorden. Je kan zo uitgebreid zijn als nuttig is.
  • Welke waarden over wat de wereld is en zou moeten zijn, worden gerepresenteerd tijdens/door/bij de belichaming? Welke waarden ontbreken?
  • Wie kan deelnemen aan het belichamen? Wie niet? Waarom?
  • Welke lichamelijke ervaringen en ervaringsgerichte werelden worden er beschikbaar gesteld? Welke zijn niet aanwezig, maar zouden dat misschien moeten zijn? Is er nagedacht over die van andere wezens?
  • Is er bewijs dat belichaming mensen daadwerkelijk heeft geholpen om bij meer diverse manieren van zijn en weten te komen op een manier die hun leven heeft veranderd?
  • Is er bewijs dat belichaming mensen emotionele energie heeft gegeven op lange termijn?
  • Welke waarden liggen ten grondslag aan de nieuwe dingen die mensen leren?
  • Wie mag deelnemen aan het leren en, indien relevant, aan het onderwijs? Wie niet? Waarom?
  • Wiens kennis wordt toegankelijk gemaakt? Wiens kennis wordt niet toegankelijk gemaakt? Waarom?
  • Hoe kan het individuele en/of collectieve leren mensen op de langere termijn veranderen?
  • Zal het leren waarschijnlijk leiden tot nieuwe individuele en/of collectieve vaardigheden en capaciteiten?
  • Wie wordt gepresenteerd door de verhalen en beelden waar interactie mee is, of als maker of als karakter. Wie wordt er niet gepresenteerd?
  • Hoe relateren deze beelden en verhalen aan bestaande maatschappelijke verbeeldingen van de toekomst, het nu of het verleden? Welke waarden staan ten grondslag aan deze verbeeldingen?
  • Dagen de beelden en verhalen bestaande maatschappelijke verbeeldingen uit of herschrijven ze bestaande maar alternatieve verbeeldingen? Of stellen ze iets volledig nieuws voor?
  • Zijn er aanwijzingen dat nieuwe beelden of verhalen mogelijk meer collectieve en/of institutionele steun krijgen?
  • Voor wie wordt er gezorgd? Wie draagt de zorg? Voor wie wordt er niet gezorgd, terwijl dat nodig kan zijn? Wie zou de zorg moeten dragen?
  • Hoe zorgt je project voor specifieke ontmoetingen met zorg die normaal niet mogelijk zijn?
  • Hoe leiden ervaringen van zorg dragen of verzorgd worden ertoe dat de perspectieven op de politieke mogelijkheden die ontstaan door zorg verbreed worden?
  • Zijn er aanwijzingen dat de vormen van zorg in deze creatieve praktijk mogelijk meer wijdverspreid worden?
  • Wie is er betrokken bij het creëren of betrekken van gedeelde symbolen en representaties van emoties, waarden, intenties en concepten die mogelijk de basis vormen voor het organiseren? Wie is daar niet bij betrokken, maar zou dat misschien moeten zijn?
  • Blijven de gedeelde symbolen en representaties die ontstaan als basis van het organiseren langere tijd bestaan?
  • Wat is er uniek aan deze creatieve praktijk wat betreft de mogelijkheid om sociaal organiseren te faciliteren?
  • Is er bewijs van nieuwe netwerken, samenwerkingen en organisaties die voort zijn gekomen uit de creatieve praktijk?
  • Wie is er betrokken bij het verspreiden van inspiratie? Wiens ideeën, beelden, verhalen en methoden worden verspreid en versterkt? Wie is hier geen onderdeel van, maar zou dat misschien moeten zijn?
  • Heeft het inspireren, zichtbaar op manieren zoals gegeven in vraag 2 van de vorige sectie, geleid tot concreet aangepaste praktijken en acties. 
  • Is er iets belangrijks verloren gegaan in het inspireren door anderen? Is je project opgenomen door mainstream systemen of heeft het de mainstream juist op een belangrijke manier veranderd? 
  • Welke unieke eigenschap van dit project maakt de inspiratie en het op- en neer schalen ervan mogelijk? 
  • Heeft de co-creatie geleid tot emancipatie binnen je project? Op welke manieren deed het dat niet?
  • Welke perspectieven waren betrokken en welke niet?
  • Hebben de co-creatieve aspecten de inzichten en kennis die uit je projecten kwamen bevorderd? 
  • Verhogen de co-creatieve aspecten de mogelijkheid tot het aanzetten van echte actie en verandering?
  • Heeft het co-creatieve proces geleid tot nieuwe verbindingen tussen mensen?
  • Wiens perspectieven, ervaringen, zorgen en manieren van zien worden gesterkt door je project? Wie wordt er niet betrokken, maar zou dat misschien wel moeten? Heb je aan andere soorten dan de mens gedacht?
  • Is het aantoonbaar dat de symbolen, talen en ideeën, die voorheen gemarginaliseerd en machteloos gemaakt waren, plotseling worden gebruikt en gemobiliseerd door individuen, organisaties, de media en politieke instituties?  
  • Worden er middelen ingezet om kracht te geven aan gemarginaliseerde mensen en groepen? 
  • Verbindt je project zich aan ‘windows of possibility’ — sleutelgebeurtenissen in de brede samenleving die mogelijkheden tot verandering geven?
  • Wiens realiteiten, activiteiten en overtuigingen worden er ondermijnd? Wie doet dit? Ligt er schade op de loer, zowel voor wie ondermijnt als ondermijnd wordt?
  • Komt er conflict omhoog? Wat zijn de tegenovergestelde posities?Do activities come out of the engagement that are likely to subvert current systems?
  • Resoneren de gezagsondermijnende ideeën, metaforen, beelden en andere elementen van je project met een bredere maatschappelijke context - in de media, of het publieke debat?
  • Is er enig bewijs voor daadwerkelijke verandering in systemen nadat het project is begonnen?
Je project opslaan...
Het wordt bijgewerkt in uw projecten binnenkort.
Probeer opnieuw te laden als het niet verschijnt.
Oeps! Er is iets misgegaan tijdens het verzenden van het formulier.